Hans Verwaart analyseerde de ontwikkeling van de overlijdensgevallen aan Hart- en Vaatziekten en constateert een opmerkelijke stijging sinds april 2021. Een stijging die gemaskeerd wordt door de sterke toename van het ontbreken van de doodsoorzaken-formulieren.
Lees volledig artikel: Opvallende stijging doden aan hartfalen sinds mei 2021
Doodsoorzaken-overzicht
CBS heeft onlangs de doodsoorzaken van 2024 gepubliceerd. Eén van de belangrijkste is Hart- en Vaatziekten en die maakt 23% van de bekende oorzaken uit. Die informatie wordt opgesteld op basis van de B-formulieren die het CBS ontvangt waarop artsen de doodsoorzaak aangeven. (Het A-formulier gaat naar het bevolkingsregister). Voor 2020 ontbraken doorgaans de formulieren van rond een half procent van degenen die in Nederland waren overleden. Dat is in 2024 gestegen naar 2,5%. Uit de rapportage van het CBS blijkt dat er qua leeftijdsverdeling geen verschil zit tussen degenen waarvan wel een formulier is binnen gekomen en waarvan niet.
Als je het verloop van de doodsoorzaken vanaf 2015 wilt analyseren dan zal je een correctie moeten toepassen voor die sterke toename van de niet ontvangen formulieren. Uitgaande van het feit dat 23% van de doodsoorzaken Hart- en Vaatziekten betreft kan geschat worden hoeveel mensen waarvan geen formulier ontvangen is aan die oorzaak zijn overleden.
Tabel: Schatting extra overlijdensgevallen aan Hart- en Vaatziekten
Jaar | toch overleden aan hartfalen |
2020 | 109 (90 -135) |
2021 | 422 (380-470) |
2022 | 547 (500-600) |
2023 | 687 (600-770) |
2024 | 1266 (1100-1450) |
Analyse van de trends – methode 1
Laten we als eerste een niet zo heel wetenschappelijke methode gebruiken, namelijk gewoon kijken naar een voortschrijdend gemiddelde van de maandsterfte sinds januari 2015. Omdat de overlijdens een seizoenspatroon kennen, kiezen we voor een periode van 12 maanden waarover we dat gemiddelde bepalen. We corrigeren niet voor vergrijzing of bevolkingsgroei.
Een 12-maands voortschrijdend gemiddelde heeft de volgende kenmerken:
- · als de volgende waarde van het voortschrijdend gemiddelde (van één maand later) kleiner is, dan is de waarde (aantal overlijdens) van de laatste maand kleiner dan die van exact één jaar geleden;
- · als de volgende waarde van het voortschrijdend gemiddelde (van één maand later) groter is, dan is de waarde (aantal overlijdens) van de laatste maand groter dan die van exact één jaar geleden.
De grafiek van het voortschrijdend gemiddelde vanaf 2016 ziet er als volgt uit:
De eerste waarde van de lijn aan de linkerzijde van de X-as, is het gemiddelde van de periode februari 2015 t/m januari 2016. Het jaartal onder de X-as heeft altijd betrekking op de laatste maand die in het gemiddelde is meegenomen. De laatste waarde van de blauwe lijn (geheel rechts) heeft dus betrekking op de periode april 2020 t/m maart 2021.
Wat zien we hier? We zien een duidelijk dalende trend met enkele rimpels. Zelfs in de eerste twee coronajaren 2020 en 2021 zien we geen stijging. Overlijden aan Myocarditis door corona? Zou kunnen, maar uit deze grafiek blijkt het niet. Naar het einde toe lijkt de dalende trend zich zelfs te versnellen.
In 2016 en 2017 zien we twee toppen die nét boven de 39.000 overlijdens liggen. Het minimum wordt bereikt in 2021 en ligt nabij de 36.000 overlijdens.
Nu is de vraag natuurlijk, waarom de grafiek ophoudt na drie maanden in 2021. Dat antwoord laat de volgende grafiek zien als we de andere maanden van 2021 erbij halen, alsmede de jaren 2022 t/m 2024.
We zien hier een duidelijke trendbreuk. In de vorige grafiek hebben we gezien dat we in een periode van vijf jaar (met enkele schommelingen) gedaald zijn van ca. 39.000 naar ca. 36.000. Een daling van gemiddeld 600 overlijdens per jaar. Nu gaan we in een periode van twee jaar van ca. 36.000 naar ca. 40.500 overlijdens. Een stijging van 2.250 per jaar gemiddeld! De stijging gaat dus ca. vier maal zo hard als de daling tot begin 2021. De piek komt zelfs uit in de buurt van de 40.500 overlijdens aan Hart- en Vaatziekten en ligt duidelijk hoger dan het maximum in de eerste grafiek. Nadat de top wordt bereikt (gemiddelde over de periode april 2022 – maart 2023) treedt weer een daling in die eind 2023 ophoudt. De laatste twee maanden lijken toch weer een daling te geven, of die daling zich in 2025 doorzet is nu nog niet duidelijk.
Analyse van de trends methode 2
We kunnen ook meer wetenschappelijk naar de cijfers kijken, waarbij rekening gehouden wordt met vergrijzing en groei ven de bevolking. CBS heeft jaarsterftedata per leeftijdsgroep van vijf jaar gepubliceerd, voor zowel mannen als vrouwen. Voor elke vijfjaarsgroep kunnen we het aantal overlijdens per 100.000 van die groep berekenen en vanuit de reeks 2010-2019 extrapoleren naar latere jaren. We kunnen dan een tamelijk betrouwbare baseline construeren. Dat is een lijn, die laat zien hoe de ontwikkelingen zouden gaan verlopen als de trend van de voorgaande jaren niet verandert.
In een grafiek kunnen we de baseline en de werkelijke sterfte tonen. Dat ziet er als volgt uit:
De baseline laat een hele duidelijk dalende trend zien vanaf 2015 die t/m 2023 steeds sneller gaat. En dat is gezien het eerste figuur uit de vorige paragraaf ook niet zo vreemd. In het eerste coronajaar zien we géén oversterfte bij Hart- en Vaatziekten, de dalende lijn wordt gewoon voortgezet. Dat gebeurt ook nog in de eerste drie maanden van 2021. Daarna slaat de trend om en gaan de aantallen stijgen.
De daling in de eerste drie maanden zorgt ervoor dat de totale oversterfte in 2021 (ca. 1.500) nog meevalt in vergelijking met volgende drie jaren. De oversterfte komt in 2022 al net boven de 4.000 uit en heeft zijn maximum in 2023, boven 4.500 overlijdens. In 2024 is dat aantal iets lager, maar komt nog steeds uit boven de 4.500. In 2023 en 2024 bedraagt de oversterfte meer dan 13% t.o.v. de baseline.
Er zit natuurlijk een onzekerheid in het aantal gemiste overlijdens aan Hart- en Vaatziekten in de niet-ontvangen doodsoorzaak formulieren. Op basis van de periodieke rapportages van CBS weten we dat in het tweede halfjaar van 2024 nog 184 extra overlijdens aan Hart- en Vaatziekten over het jaar 2023 zijn toegevoegd van de 687. We missen er dan nog ca. 500. Hoe groot de oversterfte werkelijk is in 2023 en 2024 weten we niet, maar we hebben aannemelijk gemaakt dat dit ca. 4.500 overlijdens zou kunnen zijn. En zonder correctie zijn het er maximaal 4.000 in 2023 en dat aantal is al érg hoog.
Samenvatting en conclusies
Op twee manieren hebben we in dit artikel gekeken naar de ontwikkeling van de overlijdens aan Hart en Vaatziekten door de tijd.
- Op de eerste manier hebben we door het toepassen van het 12-maands voortschrijdend gemiddelde laten zien dat de lange termijn dalende trend vanaf april 2021 wordt omgebogen in een stijgende trend met een grotere hellingshoek. Na twee jaar (april 2023) wordt een maximum bereikt, waarna de trend weer dalend wordt.
- Op de tweede, meer wetenschappelijke manier, kunnen we de oversterfte op jaarbasis kwantificeren, doordat we voor de sterfte aan Hart- en Vaatziekten een baseline hebben bepaald. In het eerste coronajaar is er geen oversterfte, dat begint in 2021 en bereikt zijn maximum in 2023, waarbij de oversterfte de 4.000 overlijdens aantikt.
De sterke stijging in het aantal niet-ontvangen doodsoorzaak-formulieren vanaf 2020 heeft tot gevolg dat een aantal overlijdens aan Hart- en Vaatziekten niet als zodanig zal worden gemeld, maar terecht komt in de categorie Overige Doodsoorzaken. Ga je hiervoor corrigeren, dan zal het werkelijke aantal overlijdens toenemen. Deze toename is het grootst in 2024. De oversterfte zou in 2023 en 2024 dan per jaar 4.500 extra overlijdens kunnen bedragen, ruim 13% t.o.v. de baseline.
Het is van het allergrootste belang dat onderkend wordt dat hier echt iets aan de hand is en dat er onderzoek gedaan wordt om de oorzaken te achterhalen, waarbij geen enkele oorzaak op voorhand dient te worden uitgesloten.