De keuze van de VVD om de PVV uit te sluiten van een volgende regering zou wel eens de achilleshiel van de VVD kunnen betekenen bij TK2025. Het zal het CDA in de kaart spelen en de VVD heeft het risico op de slechtste verkiezingsuitslag sinds hele lange tijd.
Lees volledig artikel: De achilleshiel van de VVD bij TK2025
Groot verschil
Het stemgedrag van de kiezers bij Tweede Kamerverkiezingen is fors anders dan bij de andere verkiezingen. Dat is niet alleen te merken uit de hogere opkomst (in de buurt van de 80%, terwijl dat bij de Provinciale Statenverkiezingen onder de 60% ligt). Maar vooral in de wijze waarop de keuze bij de kiezers tot stand komt.
Bij provinciale, gemeentelijke en Europese verkiezingen is het onduidelijk voor de kiezers wat de impact kan zijn van de eigen keuze op het bestuur dat vervolgens gevormd wordt. Maar bij de Tweede Kamerverkiezingen kan men wel een indruk hebben wat de invloed is van die eigen stem. Namelijk wie er wel (of niet) premier zal worden en/of welke regering al dan niet gevormd zal worden. En dat werkt motiverend op de stemkeuze.
Stemkansen
In ons onderzoek van afgelopen weekend is per partij gevraagd hoeveel kans men die partij gaf op een stem. Dat liep uiteen van vrijwel zeker, via grote en kleine kans tot zeker niet. In de onderstaande grafiek staat weergegeven hoe de beantwoording is per partij.
Terwijl CDA op de eerste plaats staat met 41% van de kiezers, die deze partij een kans geeft en de PVV pas op de vierde plaats (33%), staat de PVV wel duidelijk op de eerste plaats als kiezers maar één partij mogen kiezen en volgt het CDA op de vierde plaats op grote afstand.
Als alle partijen bij elkaar worden opgeteld die een kans worden gegeven dan is dat meer dan 3,5 partij per kiezer!
Dat geeft ook aan dat er snelle schommelingen kunnen plaats vinden binnen het electoraat, zoals bij de laatste verkiezingen werd bewezen door de grote spurt van de PVV in de laatste week naar 25% van de stemmen.
Wat wordt de centrale vraag?
In 2010 en 2012 ging het er echt om wie de premier zou worden (Rutte/Cohen of Rutte/Samsom). Deze vraag lijkt dit keer niet echt zo centraal te komen staan, want – en dat heeft TK2023 al geleerd – dat de grootste worden niet automatisch betekent dat de lijsttrekker de premier wordt.
De mogelijke regering die gaat komen, lijkt een grotere kans te gaan krijgen om bij kiezers het gevoel te creëeren om met hun stem invloed te krijgen. En omdat CDA en VVD het uitgesloten hebben dat ze met de PVV gaan regeren lijkt de centrale vraag te gaan worden:
“Zullen VVD, CDA en GroenLinks/PvdA meer dan 75 zetels halen en wie van deze partijen wordt dan de grootste?”
De inzet van de PVV zal zijn om via een stem op de PVV te voorkomen dat een regering met GroenLinks/PvdA gevormd kan worden (en zal proberen natuurlijk zelf de grootste te worden). Ieder van die drie andere grote partijen, die nu merkwaardig genoeg “middenpartijen” worden genoemd, zullen vanzelfsprekend proberen zelf de grootste te worden. En de overige partijen, zullen hun eigen resultaat willen maximaliseren, maar hebben bij eerdere verkiezingen ervaren dat als het een twee- of driestrijd wordt ze minder kiezers naar zich toe krijgen, uit de groep “ik geef die partijen een grote/kleine kans”.
De achilleshiel van VVD
Bij verkiezingen met een grote (echte) middenpartij, zoals het CDA, tot aan 2010, die hetzij kon regeren met PvdA of met VVD, was het voor de kiezer duidelijk wat die insteek dan was. Het CDA zou gaan regeren met de partij links of rechts die samen met het CDA een meerderheid zou hebben. Maar dat is bij deze verkiezingen niet het geval. Want hoewel bij het uitsluiten van de PVV de enige regering van 3 of 4 partijen die er gevormd kan worden er één is met GroenLinks/PvdA, CDA en VVD erin, lijkt de VVD op dat punt in ontkenning te zijn. (Als de VVD zou willen regeren zonder PVV en GroenLinks/PvdA zouden ze bij een uitslag samen met het CDA van ongeveer 55 zetels nog minstens 20 zetels moeten bijeensprokkelen van de andere partijen!!).
Het was voor de VVD veel gemakkelijker om het regeerakkoord van het kabinet als uitgangspunt te nemen voor na de verkiezingen en aan te geven dat ze een regering zouden willen vormen met alle partijen die daaraan willen meewerken. Daarmee zou de VVD haar kans vergroten om de grootste te worden en zouden ze bij de formatie die dan zou volgen duidelijk eisen kunnen stellen aan de partijen die dan zouden mee kunnen gaan doen (inclusief PVV). Er zou dan wellicht een werkbare situatie kunnen ontstaan met de PVV en het CDA met een reële kans dat deze drie partijen meer dan 75 zetels zouden halen. Vermoedelijk ook nog met de BBB erbij, omdat die 14 zetels in de Eerste Kamer heeft en die partij al eerder dat regeerakkoord hebben gesloten.
Maar door deze lijn niet te volgen, de PVV uit te sluiten, is het zeker dat de formatie -weer- een hele ingewikkelde en langdurige- klus zal worden en komt de VVD in een zeer kwetsbare positie. Waarbij die dubbelzinnigheid van de VVD (PVV uitsluiten en niet met GroenLinks/PvdA te willen regeren) de achilleshiel van de VVD zou kunnen gaan betekenen bij deze verkiezingen. Want welke boodschap straalt men uit en hoe realistisch wordt die door de kiezer ervaren?
Besef dat van de oude grote partijen (CDA, PvdA en VVD) de eerste twee al eens uitslagen hebben gehaald van 6% of lager. Dat was bij de VVD nog niet het geval. (Slechtste resultaat in 2023 15%). Ik sluit niet uit, dat de VVD met deze onduidelijke insteek wel eens het laagste resultaat ooit zou kunnen behalen en daarmee het CDA in de kaart zal spelen.
Als de PVV echt buitengesloten blijft is de kans heel groot dat de volgende regering minstens zal bestaan uit VVD, CDA en GroenLinks/PvdA. Als de PVV een goed resultaat behaalt op 29 oktober (32+) dan zal er ook nog een vierde partij nodig zijn om de regering te vormen.
Als de contouren van die regering al in de aanloop van de verkiezingen zichtbaar zal worden dan lijkt me de kans klein dat de VVD de grootste partij zal worden.
Eind van het systeem
In ieder geval is het duidelijk dat geen van de politieke partijen, noch de media hetgeen agenderen wat gezien de huidige ontwikkelingen urgenter is dan ooit. Een verandering van de wijze waarop we kiezen en regeren, want het huidige systeem past niet meer bij deze tijd en zorgt voor de instabiele regeringen en het gebrek aan daadkracht, die nog versterkt wordt door de korte zittingstijd (regering na TK2021 zat minder dan 1,5 jaar en na TK2023 minder dan 1 jaar).
Ik beveel deze twee artikel van onze ten zeerste aan.
- Over de snelle aanpassing van ons systeem naar een “Burgerdemocratie”
- Het artikel een jaar voor de val van het laatste kabinet Rutte: “Kijk nog even maar niet naar beneden”,