Wie de Nederlandse politiek probeert te begrijpen, kan niet volstaan met één bril. Elke kiezer draagt zijn of haar eigen glazen, waardoor dezelfde partij links of rechts kan lijken te staan. Ons onderzoek laat zien dat deze subjectieve brillen het electorale landschap niet alleen kleurrijk en representatief maken, maar ook versnipperd en gepolariseerd en daarmee wordt het vormen van stabiele meerderheden steeds uitdagender. Een Analyse van gegevens verzameld door Peil.nl in de peiling van 6 september 2025.
Lees volledig artikel: Links en Rechts door twee brillen bekeken: Kiezersperceptie bij TK2025
door Dennis Brouwer, data-scientist
Samenvatting
Wie de Nederlandse politiek probeert te begrijpen, kan niet volstaan met één bril. Elke kiezer draagt zijn of haar eigen glazen, waardoor dezelfde partij links of rechts kan lijken te staan. Ons onderzoek laat zien dat deze subjectieve brillen het electorale landschap niet alleen kleurrijk en representatief maken, maar ook versnipperd en gepolariseerd en daarmee wordt het vormen van stabiele meerderheden steeds uitdagender. Een Analyse van gegevens verzameld door Peil.nl in de peiling van 6 september 2025.
Links-rechts schaal
Bij het bepalen van hun stem zoeken mensen naar een partij die ongeveer net zo links of rechts is als zijzelf. Het leek ons interessant om hier eens verder op in te zoomen en te kijken hoe (verschillende groepen) kiezers de verschillende partijen zien. Daarom hebben we de kiezers bij de peiling van afgelopen weekend gevraagd om aan te geven hoe zij zichzelf in politieke zin zouden plaatsen op een links-rechtsschaal. De antwoordmogelijkheden variëren hierbij van uiterst links tot uiterst rechts en vijf meer gematigde opties hier tussenin.
Uit onze analyse van de negen grootste partijen uit de peiling blijkt dat de bril waardoor kijkers de verschillende partijen bekijken substantieel verschilt, afhankelijk van hun eigen uitgangspunt en politieke voorkeur. Dit geeft een interessant inkijkje in het huidige electorale speelveld en laat des te meer zien hoe gepolariseerd de Nederlandse politiek geworden is en – als gevolg daarvan – hoe lastig het ook zal zijn om na de verkiezingen een stabiele (meerderheids)coalitie te vormen, zonder dat grote groepen kiezers zich niet vertegenwoordigd voelen.
De plaatsing van de partijen door Nederland
Figuur 1: De kiezersperceptie van de links-rechts plaatsing van partijen
grijs = perceptie partij van alle kiezers, blauw = links-rechtsplaatsing kiezers van die partij
Onze eerste figuur laat een aantal zaken zien. Allereerst valt op dat de gemiddelde Nederlander zichzelf iets rechts van het midden plaatst. De partijen zijn geordend van links naar rechts op basis van de perceptie van alle kiezers van hun links-rechtsplaatsing (grijze balkjes), oftewel, hoe links of rechts vinden de Nederlanders die partij. De SP wordt gezien als de meest linkse partij en de FVD als de meest rechtse partij. Het CDA ligt volgens het electoraat het dichtst bij de gemiddelde Nederlander. Als we kijken naar het totaalplaatje, dan ligt GroenLinks-PvdA in de ogen van de kiezers iets verder links van de gemiddelde kiezer als dat de PVV daar rechts van ligt.
De lichtblauwe balkjes laten zien hoe de links-rechtsplaatsing van de kiezers van de partijen zelf is. De kiezers van GroenLinks-PvdA plaatsen zichzelf het meest links en de kiezers van de PVV plaatsen zich het meest rechts. De kiezers van partijen links van het midden (SP, GrL-PvdA en D66) plaatsen zichzelf als minder links dan de partij geplaatst wordt door de gemiddelde kiezer. Andersom geldt hetzelfde voor de partijen rechts van het midden (VVD, BBB, JA21, PVV en FVD). De kiezer ziet zichzelf als meer gematigd dan het electoraat de partij ziet waar zij op stemmen.
Figuur 2: De kiezersperceptie van de links-rechts plaatsing van partijen
grijs = perceptie partij van alle kiezers, donkerblauw = perceptie partij van kiezers van die partij
In de tweede figuur vergelijken we de partijperceptie van alle kiezers met die van kiezers van de partij zelf. Bij partijen links van het midden (SP, GrL-PvdA en D66) zien hun kiezers de partij als minder links dan alle kiezers die zien en en bij partijen rechts van het midden (VVD, BBB, JA21, PVV en FVD) zien ze zichzelf als minder rechts.
Plaatsing door kiezersgroepen
Door de combinatie van de trends in de twee grafieken is te zien dat de links-rechtsplaatsing van kiezers in grote mate overeenkomt met hun plaatsing van de partij waar ze op zouden stemmen. Alleen bij de SP is het verschil wat groter. De kiezers van deze partij zien de partij als linkser dan zijzelf. We duiken nog wat dieper in de cijfers en gaan nu kijken naar de perceptie van de kiezersgroepen van verschillende partijen. Hierbij kijken we specifiek naar de vier grootste in de peiling, PVV, GrL-PvdA, CDA en VVD.
Figuur 3: De kiezersperceptie van de links-rechts plaatsing van partijen door verschillende kiezersgroepen
Uit de grafiek blijkt dat er een vrijwel constant patroon te zien is, de kiezers van de vier partijen kijken met een hele andere bril naar de negen partijen. Kiezers van de PVV vinden partijen (opvallend genoeg behalve de SP) steevast linkser (of minder rechts) dan andere kiezers dat vinden. Voor kiezers van GrL-PvdA is dit compleet andersom, zij vinden partijen juist rechtser dan de gemiddelde kiezer.
Zo vindt de kiezer van GrL-PvdA het CDA duidelijk een rechtse partij en noemt een deel de VVD uiterst rechts, terwijl de PVV-kiezer de VVD gemiddeld ‘links noch rechts’ noemt en het CDA links van het midden plaatst. De kiezers van CDA en VVD lijken meer op de gemiddelde kiezer, al lijkt de ‘bril’ waardoor de VVD-kiezer naar de partijen kijkt wat meer op die van de PVV-kiezer en die van de CDA-kiezer meer op die van de GrL-PvdA kiezer.
Opvallend is dat de VVD-kiezers het CDA in tegenstelling tot de andere partijen als iets rechtser zien dan de gemiddelde kiezer, waarmee de partij in hun perceptie dichter bij hun eigen links-rechtsplaatsing ligt. Zoals we net zagen zien VVD-kiezers de partij als iets rechtser dan zijzelf en het CDA – blijkt nu – als iets linkser. Hiermee blijkt des te meer dat het CDA niet ver verwijderd staat van de VVD-kiezer, ook niet van de kiezers in de groep overgebleven vijftien virtuele zetels.
De VVD-kiezer ziet de PVV juist als ongeveer even links als de PVV-kiezer zelf en duidelijk linkser dan de kiezers van andere partijen dit zien. Er is zelfs een groep van ongeveer 10% van de VVD-kiezers die de PVV links of uiterst links plaatst. VVD-ers hebben de partij wel eens vaker openlijk ‘links’ genoemd, vanwege de (in de ogen van die partij) linkse(re) economische standpunten van de PVV.
Uiterst links – uiterst rechts
Tenslotte hebben we onderzocht hoeveel kiezers zichzelf aan de uitersten van de links-rechtsschaal hebben geplaatst en in welke mate bepaalde partijen door kiezers aan als zodanig worden ingeschaald.
Figuur 4: Het percentage kiezers per partij dat zich ‘uiterst rechts’ noemt en het percentage van alle kiezers dat een partij ‘uiterst rechts’ vindt
In de figuur is te zien dat maar een zeer beperkt deel van de kiezers (4%) zichzelf ‘uiterst rechts’ noemt. Deze kiezers stemmen vooral op de PVV en in mindere mate op FVD, maar het is geen aanzienlijk deel van hun achterban. Deze partijen worden zelf door een aanzienlijke groep kiezers als uiterst rechts gezien. Een meerderheid van de VVD-kiezers en ruime (>80%) meerderheden van kiezers van het CDA, D66, GrL-PvdA en SP kwalificeren beide partijen als uiterst rechts.
Ook VVD, BBB en JA21 worden door een kleinere groep kiezers als uiterst rechts gezien. Het gaat hier met name om kiezers van GrL-PvdA, maar ook noemenswaardige groepen SP- en D66-kiezers bestempelen de partijen als uiterst rechts. Het valt over het algemeen op dat SP-kiezers minder snel geneigd zijn om partijen rechts van het midden als ‘uiterst rechts’ te bestempelen als kiezers van GrL-PvdA en in mindere mate ook D66. We hebben dezelfde analyse ook gedaan over de kwalificatie ‘uiterst links’. Hieruit blijkt dat 3% van het electoraat zichzelf ‘uiterst links’ noemt. Wederom een relatief kleine groep.
Figuur 5: Het percentage kiezers per partij dat zich ‘uiterst links’ noemt en het percentage van alle kiezers dat een partij ‘uiterst links’ vindt
Met name de partijen SP en GrL-PvdA worden als uiterst links gezien. Een klein deel van de kiezers van deze partijen vindt zichzelf ook uiterst links. Een meerderheid van de VVD-kiezers (55%) en ruime meerderheden (>70%) van de kiezers van BBB, JA21, PVV en FVD vinden GrL-PvdA ‘uiterst links’. Bij de SP is het beeld veel verdeelder. Hier vindt zelfs een hoger percentage van de kiezers van GrL-PvdA (46%) de partij ‘uiterst links’ tegen slechts 37% van de PVV-kiezers.
Het lijkt erop dat de PVV-kiezers (en ook andere rechtse kiezers) bij het beoordelen van de links-rechtsplaatsing van partijen meer kijken naar hun culturele agenda van een partij dan (zoals tot voor kort gewoonlijk was) de economische[De SP wordt door kiezers vaak cultureel als wat minder progressief gezien dan partijen als GrL-PvdA en D66]. Wellicht is dit bij SP-kiezers (in mindere mate) ook het geval, gezien zij de partijen rechts van het midden als minder extreem beoordelen dan andere linkse partijen. De SP is daarmee in dit onderzoek een opvallende partij, die door de eigen kiezers en ook die van andere partijen lastiger te plaatsen lijkt en wat verder afligt van de plaatsing van de eigen achterban.
Samenvattend
Uit de analyse springen een paar zaken in het oog. PVV-kiezers zien bijna alle partijen linkser dan gemiddeld, terwijl kiezers van GrL-PvdA juist structureel de andere kant op kijken en partijen rechtser inschatten. Ook valt op dat partijen als PVV en FVD door grote groepen kiezers worden gezien als ‘uiterst rechts’, terwijl maar een kleine minderheid van hun eigen achterban zichzelf zo typeert. Aan de andere kant geldt hetzelfde voor SP en GrL-PvdA, die breed als ‘uiterst links’ worden gezien, waar slechts een beperkt deel van hun eigen kiezers zichzelf in deze categorie plaatst. Over het algemeen geldt dat kiezers hun partij van voorkeur verder van het midden af plaatsen dan zijzelf.
De VVD blijkt een bijzondere positie te hebben: door linkse kiezers vaak als rechts bestempeld, door rechtse kiezers juist als links, terwijl de eigen achterban het CDA iets rechtser inschat dan gemiddeld. Daardoor staat die partij in hun beleving nauwelijks verder af van hun eigen voorkeuren dan de VVD zelf. Een kwetsbare positie. Dit alles laat zien dat de grenzen van het electorale speelveld en de invulling daarvan vooral door perceptie worden bepaald en niet altijd door hoe kiezers zichzelf positioneren.
Wie de Nederlandse politiek probeert te begrijpen, kan niet volstaan met één bril. Elke kiezer draagt zijn of haar eigen glazen, waardoor dezelfde partij links of rechts kan lijken te staan. Ons onderzoek laat zien dat deze subjectieve brillen het electorale landschap niet alleen kleurrijk en representatief maken, maar ook versnipperd en gepolariseerd en daarmee wordt het vormen van stabiele meerderheden steeds uitdagender.
Dennis Brouwer (1993) werkt als Data Scientist sinds 2018 bij elke verkiezing samen met Maurice de Hond om de uitslag tijdens de verkiezingsavond zo goed mogelijk te analyseren en voorspellen. Ze hebben samen een model gebouwd op basis van de overgangen van kiezers tussen verkiezingen en Dennis schreef ook zijn Masterscriptie over dit onderwerp. Rondom verkiezingen doet hij af en toe een verdiepende analyse in samenwerking met Maurice en op basis van de verzamelde data van Peil.nl.