Wilt u ons werk financieel ondersteunen? Word dan lid

De laatste updates in uw mail!

U hoeft niets te missen. leder weekend krijgt u de hoogtepunten van Maurice van afgelopen week in uw mail. Met opmerkelijke artikelen, meer achtergrond en toelichtingen.

De collectieve vergeetachtigheid van de voormalige prominenten van de “midden”- partijen e.a.

De collectieve vergeetachtigheid van de voormalige prominenten van de “midden”- partijen - 110591
Samenvatting van het artikel

Bij al de promotie voor het "midden-kabinet" CDA, GroenLinks-PvdA, D66, VVD om de grote problemen op te lossen waar Nederland voor staat, lijkt men gemakshalve te vergeten dat drie van de vier partijen tussen 2017 en 2023 in het kabinet zat en toen Timmermans eurocommissaris was.

Lees volledig artikel: De collectieve vergeetachtigheid van de voormalige prominenten van de “midden”- partijen e.a.

Leestijd: 4 minuten

Bos, Pechtold, Zijlstra en Grapperhaus

8 september waren deze 4 ex-prominenten van PvdA, D66, VVD en CDA bij Pauw en De Wit. Onderwerp was de start van de campagne voor de verkiezingen over 50 dagen. Daarbij ging het met name over de opstelling van de VVD in de richting van GroenLinks/PvdA. Het “uitsluiten” werd afgewezen, omdat – zoals gezegd werd – Nederland smacht naar een stabiel midden-kabinet dat de vele problemen waar Nederland voor staat adequaat gaat aanpakken.

Nu vind ik het een opmerkelijk label: een kabinet van GroenLinks/PvdA+D66+CDA+VVD dat midden-kabinet wordt genoemd. Maar inmiddels weet blijkbaar iedereen waar we het over hebben.

De cruciale vraag

Maar bij die gesprekken valt me op dat een cruciaal aspect niet wordt benoemd een ook de gespreksleider niet naar doorvraagt, namelijk:

Tussen 2017 en 2023 bestond de regering uit drie van de vier partijen die deel uit maken van dit “Midden-kabinet”. En toen was Frans Timmermans Eurocommissaris en vice-voorzitter van de Europese Commissie. Zijn zij niet samen een belangrijke oorzaak van de problemen die nu aangepakt moeten worden? En waarom zou het nu dan wel goed gaan als men niet eens benoemt wat er mis is gegaan in het kabinet toen.

Kortom: een groot deel van de problemen die dit Midden-kabinet blijkbaar moet oplossen, zijn mede veroorzaakt in de periode dat de betrokken partijen aan het roer stonden. Maar als men niet onderkent waarom met die constellatie er geen adequaat de onderhavige problemen zijn ontstaan, c.q. verergert, c.q. niet opgelost, hoe zou je dan kunnen verwachten dat met zelfs één partij erbij er wel een slagvaardig landsbestuur komt?

En die vraag is des te prangender als dit onderwerp door die voormalige prominenten van die partijen (en de journalist) compleet genegeerd wordt.

Het kernprobleem

Misschien wordt het kernprobleem het best geïllustreerd als je ziet dat deze 4 partijen van het Midden-kabinet op dit moment amper op 75 zetels staan in de peilingen. Mocht de PVV meer dan 30 zetels gaan halen, dan is er een goede kans dat die vier partijen samen niet eens 76 zetels halen bij de verkiezingen. Een schril contrast met de laatste Tweede Kamerverkiezingen van de vorige eeuw toen deze partijen 137 van de 150 zetels haalden! Toen was er geen Midden-kabinet nodig, maar een combinatie van PvdA, VVD en D66 die 8 jaar samen een behoorlijk stabiele regering vormden.

Ons bestuurssysteem, die gebaseerd is op coalities, werkt steeds minder goed in het steeds gepolariseerde politieke landschap. Daarbij is er een nieuwe tweedeling ontstaan, die een stabiel bestuur lastiger maken. Die hangt sterk samen met hetgeen we in 2016 bij onderzoek hebben geconstateerd. Er waren twee vragen die gecombineerd voorspellend waren welke partijen men al dan niet van plan was te stemmen:

  • Of men zich al dan niet zorgen maakte over de eigen financiële toekomst
  • Of men vond dat de veranderingen in de wereld van de voorgaande 5 tot 10 jaar geleid hadden tot meer kansen of tot meer bedreigingen voor de betrokkenen.

Van degenen die zich zorgen maakten over hun financiële toekomst en voor bedreigingen zagen gaf 61% aan PVV, SP of 50PLUS te stemmen. (Die drie partijen haalden toen landelijk samen 31%). Maar van degenen die zich geen zorgen maakten over hun financiële toekomst en vooral kansen zagen gaf slechts 13% aan één van deze drie partijen te stemmen.

Goed zichtbaar was de tegenstelling tussen de kiezers van de PVV en D66. Bij degenen die zich financieel zorgen maakten en vooral bedreigingen zagen stemde 40% PVV en 5% D66. Maar bij degenen die zich financieel geen zorgen maakten en die vooral kansen zagen koos 5% PVV en 19% D66.

Tussen 2012 en 2017 zorgde ons coalitiesysteem en de wijze waarop de PvdA het toen invulde er blijkbaar voor dat de PvdA terugviel van 38 naar 9 zetels. En daarna hadden we dus ruim 5 jaar een kabinet waar met VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, die hetzij een deel van de problemen waar we nu tegen aanlopen hebben veroorzaakt of verergerd. Iets wat het daarop volgende kabinet heeft verergerd of in ieder geval niet hersteld.

In de maatschappij van vandaag, gepolariseerd en in het Parlement gefragmenteerd, is er geen slagvaardig beleid meer te voeren vanuit coalitieregeringen met 4 of meer partijen, waarbij men ook nog gebonden aan internationale afspraken/verdragen, met name binnen de Europese Unie.  En zal – ongeacht welke uitslag de verkiezingen ook opleveren – het volgende kabinet – van welke samenstelling dan ook, dat niet ingrijpend kunnen doen veranderen.

Niet alleen zal dat volgende kabinet van 4 of 5 partijen, als men voortgaat op de oude weg, een grote minderheid van de bevolking niet vertegenwoordigen. (In ieder geval niet die van de kiezers van de PVV). Zal men, net zoals tussen 2017 en 2023 is gebeurd, steeds veel tijd moeten besteden om onderling op één lijn te komen. Plus dat de uitkomst vaak een grauw compromis is van verschillende standpunten.

En wat het meest treurig eis, dat noch de voormalige prominente politici, zoals bleek bij de uitzending van Pauw en De Wit, noch de huidige politieke leiders, dat probleem blijkbaar onderkennen. Het wordt niet benoemd en ook in de verkiezingsprogramma’s niet of amper geadresseerd.

Ook als je naar andere Europese landen kijkt dan kan je zien hoezeer de stabiliteit van onze politieke systemen is aangetast en dat er geen aanwijzingen zijn dat men van binnenuit tot een grondige restauratie komt.

En zoals de geschiedenis ons leert, zullen die veranderingen dan komen door ingrijpende gebeurtenissen van buiten. Grote onrust, zelfs revoluties, waardoor bestaande systemen onderuit kunnen gaan. Maar wat er dan komt/het beste zou kunnen komen, wordt angstvallig vermeden. Terwijl het hoog tijd wordt het werk van Thorbecke uit 1845 over te doen. Een nieuw stelsel te formuleren met inachtneming van verandering van de grondwet. Want dat was in 1848 in no-time gepiept door Koning Willem II en het parlement, omdat er in Parijs en Berlijn een revolutie was uitgebroken. Al 20 jaar geleden heb ik daar een voorzet toe gegeven.

 

 

 

 

 

Deel dit artikel: Twitter Facebook Linkedin WhatsApp
REACTIES
Reageer hier, maar met respect.

We verwelkomen respectvolle en relevante opmerkingen. Off-topic commentaren worden verwijderd. Als je illegale dingen doet, zullen we het verbieden.

 
De collectieve vergeetachtigheid van de voormalige prominenten van de “midden”- partijen - 110591
Peiling 6-9-2025: Op weg naar de moeilijkste formatie ooit - 110509