Op dit moment is de schatting dat COVID-19 een reproductiefactor heeft van 2,2. Dit getal moet omlaag en de beste manier om dat te bereiken is om te zorgen dat men zo min mogelijk andere (vreemde) mensen ontmoet. Het is duidelijk dat een strenge lockdown werkt. Maar zou dat in Nederland überhaupt wel kunnen? En op welk moment moeten we dan weer afbouwen?
Lees volledig artikel: Als de verspreidingssnelheid van Corona naar (bijna) nul is gedaald
Als de verspreidingssnelheid van Corona naar (bijna) nul is gedaald
Er wordt nu geschat dat het COVID-virus zonder maatregelen een R0 van 2,2 heeft. Dus 1 besmet persoon besmet dan op zijn beurt nog eens 2,2 mensen. Hier heb ik daarover geschreven.
Het zal duidelijk zijn, dat als je ervoor zorgt dat iemand, die besmet is geen contact heeft met anderen terwijl hij besmettelijk is, de R0 van dit virus omlaag gaat of zelfs naar 0 daalt.
Maar daarvoor zal iemand die besmet raakt, dat in het allervroegste stadium moeten weten en ervoor moeten zorgen dat de quarantaine perfect is. Dat is vrijwel onbegonnen werk in Nederland. Zeker als iemand ook al anderen kan besmetten zonder dat hij zelf tekenen van de ziekte heeft ontdekt.
R0 verlagen
Vooralsnog is het beste beleid om de R0 te verlagen door ervoor te zorgen dat mensen zo min mogelijk andere (vreemde) mensen ontmoeten. Met name als dat mensen zijn met een grotere kwetsbaarheid om dood te gaan aan dit virus. Wereldwijd wordt er een breed scala van maatregelen ingezet om dit te bereiken.
De vraag is natuurlijk, in welke mate dat in de praktijk werkt en hoe lang die maatregelen volgehouden kunnen worden, zonder dat de schade zodanig groot wordt dat de gevolgen van de oplossing, erger worden dan de kwaal. Daarover schrijf ik dit blog.
Het is duidelijk dat zowel een complete lockdown als een wat lichtere vorm, die we in Nederland hebben, de R0 duidelijk doet dalen. Op dit moment wordt geschat dat de R0 in Nederland de 1,0 nadert.
In China en Zuid-Korea zijn ze erin geslaagd die R0-waarde in de richting van 0 te doen dalen. Maar de vraag is of die aanpak in Nederland überhaupt mogelijk zou zijn, gezien ondermeer het verschil in cultuur met Azië en de beschikbare middelen.
Sleutelvraag
De uiteindelijke sleutelvraag wordt natuurlijk op welk moment de maatregelen (langzaam) worden afgebouwd. Dat wordt de exit-strategie genoemd. Welke risico’s zijn er dan nog en welke zijn we bereid te nemen? En wat gaan we net zo weer doen als voorheen en wat niet? Maar ook wat kunnen we nog net zo doen als voorheen? Zowel bezien vanuit de mogelijke gezondheidsrisico’s als vanuit wat er is overgebleven van onze economische en sociale infrastructuur. Over dat laatste wordt nog weinig gezegd en gesproken, maar je hoeft weinig fantasie te hebben om te zien dat ook op dat punt nog heel veel staat te gebeuren.
Ook daar zal ik in de komende tijd diverse blogs aan wijden.
Deze 6 blogs vormen een samenhangend geheel.
- Hoe groot is het gevaar van het COVID-19 virus nu echt.
- De invloed van luchtvochtigheid op de verspreiding van het COVID-19 virus
- Wat gebeurt er in de (sub-)tropische gebieden met de verspreiding van COVID-19?
- Hoe spelen we in op het positieve effect van een hogere specifieke luchtvochtigheid?
- Wat als de verspreidingssnelheid van COVID-19 naar -bijna-nul is gedaald?
- De enorme economische en sociale gevolgen van deze pandemie
U heeft zojuist gelezen: Als de verspreidingssnelheid naar (bijna) nul is gedaald.
Volg Maurice de Hond op Twitter | YouTube | Facebook | LinkedIn.