In deel 2 neem ik je mee terug naar het constante gehannes met cijfers: nog steeds is de dataverzameling en -presentatie rondom Covid-19 slecht voor elkaar. Daardoor kan er geen goed gefundeerd beleid gemaakt worden. Juist tijdens een enorme crisis, zoals de huidige, zou prima data voor de officiële instanties de grootste prioriteit horen te zijn. We kunnen nu niet eens zeggen of we wel of niet op de goede weg zijn en wat nu wel of niet aan maatregelen helpt.
Lees volledig artikel: Kerstvertelling (2/3) – De cruciale rol van goede data
Goede data is cruciaal in een crisis
Bij het voeren van goed beleid is het cruciaal om over de juiste data te beschikken t.a.v. wat er gebeurd is. Op basis daarvan kunnen er dan scenario’s gemaakt worden van ontwikkelingen naar de toekomst toe, inclusief de voor- en nadelen van ieder scenario. En kunnen onderbouwd en transparant besluiten worden genomen en gecommuniceerd. Het verzamelen en presenteren van die data moet plaats vinden, zonder dat men daarbij een eigen agenda heeft.
Net zoals op vrijwel alle andere punten t.a.v. deze crisis was men ook niet voorbereid op een goede dataverzameling en -presentatie. Dat is op zichzelf heel begrijpelijk. Hoe deze crisis zich vanaf het begin heeft ontwikkeld was niet goed te voorzien. Welke data belangrijk zouden worden ook niet, evenmin als de problemen in de uitvoering.
Maar toen dit alles wel duidelijk werd begin april, had men er alles aan moeten doen om dit wel goed en snel op orde te krijgen.
Crisisaanpak
Men had tot een speciale crisisaanpak moeten overgaan, waarbij direct de decentrale aanpak doorbroken had moeten worden. Dat geldt zowel voor de GGD’s als voor de ziekenhuizen. Bij evaluaties in de media inmiddels van diverse onderwerpen (zoals beschikbaarheid van mondkapjes, testcapaciteit) en de ervaringen van personen/instanties met mogelijke oplossingen (zoals een hospitaalschip) merk je dat er geen duidelijke en harde aansturing was.
Dus als Minister de Jonge wat zei, dan betekende het nog niet, dat dit ook op deze manier én snel én goed werd uitgevoerd. Niet omdat hij dat niet wilde, maar omdat de organisatiestructuur zich daartoe niet leende. Inclusief “de leemlaag”, die we recentelijk bij de toeslagenaffaire zagen langskomen.
In dat kader valt het me op, hoe gemakkelijk de overheid met één pennenstreek kan ingrijpen in het functioneren van bedrijven en organisaties (horeca, theaters, bioscopen, pretparken, niet essentiele winkels etc. dicht). Maar niet in staat is de eigen organisatiestructuur in één klap om te zetten in een crisisstructuur waar gericht en slagvaardig de crisis te lijf kan worden gegaan. Waarbij ook belangrijke externe deskundigen een actieve rol krijgen.
Achterhaal ICT-systeem
Bij het verzamelen en interpreteren van de data rondom deze crisis had dat ook moeten gebeuren. Nu hield men vast aan een decentrale structuur met daarin sleutelrollen van de GGD en een achterhaald ICT-systeem. Ruim een half jaar geleden schreef ik een artikel over de problemen met de data.
En hoe je met gerichte vragenlijsten, die ingevuld zouden worden door iedereen die zich liet testen, een heel goed beeld zou krijgen van de relevante ontwikkelingen rondom dit virus. Ik gaf aan dat je iedereen die zich opgaf voor een test een uitgebreide (online) vragenlijst moest afnemen voorafgaande aan de test. Juist door de grote aantallen zou het een schat aan relevante data opgeleverd hebben, waarbij je allerlei ontwikkelingen nauwkeurig had kunnen volgen.
Niet alleen op landelijk of regionaal niveau, maar ook op gemeentelijk niveau. Besef dat sindsdien inmiddels 5 miljoen testen zijn uitgevoerd. Door daar open data van te maken (vanzelfsprekend volledig geanonimiseerd) zou je ook de werk- en denkkracht van velen kunnen hebben om relevante patronen en trends te kunnen vinden.
Maar dat gebeurde helaas niet. We zaten en zitten nog steeds met een dataverzameling-presentatie die gebrekkig is. Zelfs bij alle kerncijfers kunnen vraagtekens gezet worden. Meten ze wel wat je denkt dat ze meten? Hoe actueel zijn die cijfers? Hoe accuraat zijn ze?
Vergelijking
Echt als je de vergelijking zou maken met piloten, die een groot passagiervliegtuig moeten besturen, en dit zou de kwaliteit van hun instrumentarium zijn, dan zou een groot deel van de vluchten niet veilig zijn geland. De schade zou enorm zijn geweest. In mei vergeleek ik dit al met zeilen in de mist, met oude kaarten en een kapot roer.
En zo kan het gebeuren dat het zicht op wat er echt gebeurt volkomen versluierd wordt voor de argeloze burger. Men onderkent niet de beperkingen van de gepresenteerde data. Plus dat zowel de media als de deskundigden in de media die data weer gebruiken met een eigen agenda. Men wil een doel bereiken (dat op zichzelf legitiem kan zijn of legitiem wordt geacht) en gebruikt dan een selectie van die data er dan voor .
De kans dat je in die atmosfeer als overheid slechte besluiten neemt is daardoor groot. De kans dat je als burger daarmee besluiten neemt, die per saldo ongunstig voor je uitvallen, neemt daardoor ook toe.
Besmettingen en Ziekenhuisopnames
Veel belangrijke data is niet verzameld. En aan de data die wel verzameld is, kleven veel problemen. Vooral omdat die dataverzameling niet een prioriteit was van de betrokkenen, maar een neventaak. Een gedecentraliseerde aanpak met een gammel ICT-systeem door mensen, waarvoor de dataverzameling niet de hoogste prioriteit was. Dat had in april met één pennestreek door de regering, inclusief het beschikbaar stellen van voldoende geld, doorbroken kunnen worden.
Doordat dit niet gebeurd is, kunnen we vaststellen dat we eigenlijk maar op één cijfer zitten te sturen (ziekenhuis- en/of IC-capaciteit). Waarbij men bij dat sturen blijkbaar ook geen poging doet om die capaciteit (inclusief personeel) snel te vergroten. Op basis van de ervaringen van de aanbieder van het Italiaanse hospitaalschip met 600 plekken, inclusief personeel, is dat ook goed op te maken. Hij werd van het kastje naar het muurtje gestuurd met als eindpunt de zorgverzekeraars die aangaven dat er geen capaciteitsproblemen waren.
Bij dat sturen op die ziekenhuiscapaciteit gebruikt men het aantal positieve testen als een soort voorspeller van wat er binnenkort op de ziekenhuizen af komt. Maar aan die waarnemingen kleven ook veel problemen. Zowel bij de cijfers van de ziekenhuisopnames, als bij de Stichting Nice, die de cijfers verzameld van het aantal positieve testen, stellen we vast dat zelfs nog na twee weken de data worden ge-update.
Wanneer getest?
Als je hoort hoeveel nieuwe meldingen van positieve testen het RIVM heeft ontvangen, zegt het heel weinig als je niet weet wanneer die testen zijn uitgevoerd, hoe lang de betrokkenen al symptomen hadden (als ze die al hadden) en als je niet weet hoeveel testen er in totaal zijn uitgevoerd.
En dan kan het dus gebeuren dat na de presentatie in het Catshuis van Jaap van Dissel op 13 december, die de reproductiefactor presenteerde zonder rekening te houden met het feit dat op 1 december het aantal testen met een kwart is gestegen, de paniek bij het kabinet uitbrak en men zelfs de basisscholen drie dagen voor de Kerstvakantie sluit.
Met de kwaliteit van deze data kan geen evenwichtig beleid gevoerd worden. En als je ziet dat er sinds maart op dat terrein amper veranderingen zijn opgetreden, dan lijkt het erop dat men dat ook niet wil.
Op 14 december heb ik uitvoerig beschreven hoe de ontwikkeling was van het aantal positieve testen, de ziekenhuisopnames en het aantal uitgevoerde testen in de afgelopen maanden. Eigenlijk kun je pas na een tijd, wanneer de data niet meer worden ge-update en andere externe data beschikbaar zijn gekomen (zoals bijvoorbeeld de oversterfte via het CBS) een beter gevoel krijgen van wat zich heeft voltrokken.
Goed voor de evaluatie, maar slecht voor het voeren van beleid naar de toekomst toe. Want wat is de impact van bepaalde beslissingen op het verloop van de besmettingen en de ziekenhuisopnames? Om maar nog niet te spreken over de impact op allerlei andere facetten van de samenleving. En welke maatregelen schaal je af, als je niet echt weet wat de impact ervan was/is?
Stand van zaken
Aan de hand van deze ge-update grafiek kan ik laten zien hoe weinig deze data zeggen over de echte stand van zaken op dit moment, de verwachting naar de toekomst toe en wat het effect was/is van bepaalde maatregelen.

De gele lijn zijn de positief getesten. Maar niet op de meldingsdag van het RIVM, maar berekend op vasis van de datum van hetzij de eerste dag van de symptomen of de dag dat de test is uitgevoerd. De blauwe lijn zijn de actuele cijfers van het aantal opgenomen Covid-19 patiënten per dag zoals Stichting NICE dat bijhoudt. De groene lijn is het gemiddeld aantal uitgevoerde testen per dag. De gele lijn is 5 dagen verschoven. (Blijkbaar het verschil tussen de datum van de eerste ziektedag/testdag en de dag van de ziekenhuisopnames).
Het is opvallend hoe de gele en blauwe lijn over elkaar heen lopen tot eind oktober. Zelfs terwijl het aantal testen dan geleidelijk toeneemt. Daarna zien we circa 3 weken waar de gele lijn sneller naar beneden gaat dan de blauwe. (En zien we ook het aantal testen per week afnemen). Sinds begin december zien we de gele lijn duidelijk sneller stijgen dan de blauwe lijn. In die periode zien we ook forse stijgingen van het aantal uitgevoerde testen.
Stijging
Het belangrijkste voor dit moment van deze grafiek is het meest recente gedeelte aan de rechterkant. Bij de gele lijn zien we in de laatste week eerst een daling, maar dan weer een stijging. Bij de blauwe lijn zien we overall een golvend patroon. Dat komt doordat men in het weekend doorgaans minder nieuwe opnames heeft. Sinds eind november is er gemiddeld sprake van een stijging. Dat lijkt ook de laatste week zo te zijn, maar hoeveel is nog onduidelijk.
De mate van de stijging van die gele lijn is ongeveer een factor 2 keer zo hoog sinds eind november dan die van de blauwe lijn. Als je de reproductiefactor zou gaan toepassen op de gele en de blauwe lijn, dan kom je tussen eind november en drie weken later op een factor van rond de 1,25. (Het getal van Van Dissel in het Catshuis en van de RIVM rapportage). En inmiddels is er (even) sprake van een daling. En bij de blauwe lijn van bijna 1,10. (Het aantal ziekenhuisopnames was tot begin juni voor het RIVM de data waarop die reproductiefactor werd berekend).
Zeg dat we zeker ervan zouden zijn dat deze data accuraat is en actueel, dan zou je daar conclusies uit kunnen trekken. Er zou dus iets gebeurd zijn waardoor het aantal positieve testen een dalende trend heeft ingezet. Maar die is dan toch weer (deels) teniet gedaan. En je zou dan ook weten dat er snel een aftopping komt van het aantal nieuwe ziekenhuisopnames.
Maar helaas zeggen deze data van de laatste week nog vrijwel niets.
Want het volgende maakt dat deze grafiek van die laatste week nog volledig op drijfzand berust:
- We weten nog niet hoeveel testen per dag er vanaf de 21e december zijn uitgevoerd.
- Normaliter wordt er meer getest op maandag en dinsdag dan op donderdag en vrijdag. In de Kerstweek zal dat effect waarschijnlijk nog sterker zijn. Ook dat weten we (nu nog) niet.
- Een niet gering deel van de uitslagen van de testen de laatste dagen uitgevoerd, zitten niet in het overzicht.
- Bij de positieve testen zit ook een deel “false positives”. Mensen die op het moment van testen al niet meer besmettelijk waren, maar waar toch nog virusdeeltjes van een eerdere besmetting zijn aangetroffen. (Hoe fijn zou het zijn als bij de positieve testen werd vastgesteld en gecommuniceerd, hoeveel ervan geen, lichte of zware symptomen hadden!).
- De cijfers van de ziekenhuisopnames worden dagelijks nog ge-update.
- Er is geen context bij die ziekenhuisopnames hoe in vergelijkbare jaren de ontwikkeling was van de nieuwe opnames met ernstige klachten van de ademhalingsorganen. (Met name door de griep toen). Dit is een artikel uit februari 2018 over de problemen in ziekenhuizen tijdens de griepgolf toen.

Hieronder een selectie van krantenartikelen over de problematiek in ziekenhuizen en op de IC’s door griep in de afgelopen jaren. (Twitter van Wil Gommers).

De manier waarop men nu Covid-19 patiënten verzorgt, is anders dan toen (patiënten werden niet geïsoleerd). Maar dit artikel is wel belangrijk voor het scheppen van context. (Besef daarbij ook dat, zoals ik al eerder aangaf, het zeer onwaarschijnlijk is dat we in het seizoen 20-21 nog een griepgolf gaan krijgen).
En dit is niet eens een uitputtende opsomming.
Doordat die data zo fluïde zijn, zien we dat iedereen ze gebruikt naar eigen inzicht. En gebruikt/misbruikt om het eigen gewenste doel te realiseren. Om te zeggen dat er hardere maatregelen genomen moeten worden. Of om te zeggen dat de genomen maatregelen niet helpen. Of om te zeggen (dixit Van Dissel) dat de maatregelen goed waren, maar de mensen hielden zich er niet aan.
Dit is dus het materiaal waarop onze bestuurders beslissingen nemen. Beslissingen die gigantische gevolgen hebben voor ons land en ook een enorme impact hebben op het leven van de bevolking. Vrijwel iedereen wordt daardoor geraakt.
Je zou hopen dat anno 2020, met alle know-how waarover we als Nederland beschikken en met de technologie die inmiddels beschikbaar is om data snel te verwerken, we bij een grote crisis met veel betere data zouden kunnen werken. Om maatregelen te overwegen. Om besluiten te nemen. En om daarover op een volwassen manier met de bevolking te communiceren. Maar dat blijkt ijdele hoop te zijn. Ook nadat in april/mei de grote tekortkomingen van de kwaliteit van de data boven water kwam, is er amper wat veranderd.
En het is triest dat pas bij de evaluatie ergens in de toekomst, die conclusies zullen worden getrokken. En het beleid (ook) op dat punt niet drastisch zal zijn aangepast.
U heeft zojuist gelezen: Kerstvertelling (2/3) – De cruciale rol van goede data.
Volg Maurice de Hond op Twitter | YouTube | Facebook | LinkedIn.
Steun ons bij het kunnen blijven analyseren van de data en een beter beeld van de werkelijkheid te geven via een kleine financiële donatie. Klik dan hier.