Wilt u ons werk financieel ondersteunen? Word dan lid

De laatste updates in uw mail!

U hoeft niets te missen. leder weekend krijgt u de hoogtepunten van Maurice van afgelopen week in uw mail. Met opmerkelijke artikelen, meer achtergrond en toelichtingen.

De verkiezingswinst van de PVV is natuurlijk te wijten aan de peilingen!

De verkiezingswinst van de PVV is natuurlijk te wijten aan de peilingen! - 69729
Samenvatting van het artikel

Net zoals na alle andere Tweede Kamerverkiezingen wordt er opgeroepen om peilingen te verbieden. Maar in de kern is dat juist anti-democratisch. Beter is om met systeemwijzigingen te zorgen dat strategisch stemmen niet meer nodig is.

Lees volledig artikel: De verkiezingswinst van de PVV is natuurlijk te wijten aan de peilingen!

Leestijd: 6 minuten

De verkiezingswinst van de PVV is natuurlijk te wijten aan de peilingen!

Na iedere verkiezing weer

Bijna 50 jaar ben ik vanuit peilingen “betrokken geweest” bij verkiezingen. Dat waren o.a. 15 Tweede Kamerverkiezingen.

En elke keer na Tweede Kamerverkiezingen werd er na die verkiezing een oproep gedaan om in de toekomst peilingen te verbieden, omdat ze de uitslag van de verkiezingen beïnvloed zouden hebben.

Er was wel een gemeenschappelijke noemer. Dat geluid kwam altijd van de – sympathisanten van de – partijen die ontevreden waren over de uitslag. Ook na 22 november 2023 zien we dat gebeuren. In het kader van de rouwverwerking van een verkiezingsuitslag met een winnende PVV en een grote meerderheid voor rechts, zie ik weer de oproepen tot het verbieden van peilingen voorafgaand aan de verkiezingen of het verminderen van de belangstelling voor peilingen in de media.

Vandaag in Het Parool zag ik daar een voorbeeld van, waarbij ik me serieus afvraag hoe de hoofdredactie dit opinie-artikel heeft toegelaten. Ik kom daar aan het eind van dit artikel op terug.

Tweede Kamerverkiezingen zijn anders

Het is goed te bedenken waarom “strategisch stemmen” vrijwel alleen voorkomt bij Tweede Kamerverkiezingen. En niet bij Gemeenteraads- of Provinciale Statenverkiezingen.

De reden is dat bij andere dan Tweede Kamerverkiezingen het voor de kiezer niet duidelijk is welk bestuur er gaat komen op basis van de mogelijke verkiezingsuitslag. Bij Tweede Kamerverkiezingen is dat min of meer wel het geval. De winnende partij levert (bijna altijd) de premier. Besef dat bij 12 van de 15 Tweede Kamerverkiezingen een zittende premier meedeed. En dat in 11 van de 12 gevallen die zittende premier won (alleen Balkenende niet in 2010).

Het strategisch stemmen betrof dan vrijwel steeds dat men via de stem wilde zorgen dat de zittende premier al dan niet premier kon blijven. De tweestrijden tussen Den Uyl-Van Agt, Lubbers-Kok, Balkenende-Bos en Rutte-Samsom zijn daar goede voorbeelden van. De partijen van de twee “premier-kandidaten” kregen een toeloop van strategische stemmers. Niet alleen om een bepaalde persoon tot premier te kronen, maar ook om te proberen te verhinderen dat dit zou gaan gebeuren door op de andere te kiezen.

Grote verschuivingen

In 2002 en 2023 deed de zittende premier niet mee. Maar dat betekende niet dat er dan geen strategische stemmen werden uitgebracht. De overeenkomst van die twee verkiezingen is dat het de verkiezingen zijn met de grootste verschuivingen sinds de vorige (1998 en 2021). Bij beide verkiezingen deed er een nieuwe partij mee die het goed deed (LPF en NSC). Bij beide verkiezingen verloren de regeringspartijen bijna de helft van de stemmen. De winnende partij maakte een forse stijging door (CDA in 2002 van 29 naar 43, PVV van 17 naar 37).

Bij de Tweede Kamerverkiezingen is de opkomst fors hoger dan bij die voor de Provincie of Gemeente (laat staan die voor het Europese Parlement). Dat hangt zeker samen met het feit dat de kiezer bij landelijke verkiezingen meer het gevoel heeft dat de stemkeuze een soort van invloed heeft op het bestuur: welke premier er komt/welke regering er komt.

De cruciale vraag

Met het pleiten voor een verbod van peilingen/minder aandacht van peilingen wil men als het ware voorkomen dat mensen strategisch gaan stemmen. Een strategische stem wordt dan gedefinieerd als “een andere stem uitbrengen dan je zou gedaan hebben als je niet inspeelt op de mogelijke uitslag”. Dat gaat dus uit van de aanname van een “zuivere” keuze t.o.v. een “onzuivere” keuze van een strategische stem.

Maar je zou een strategische stem ook kunnen definiëren als een uiterste poging van een kiezer om met zijn stem invloed te hebben op wie de premier wordt/welk landsbestuur wordt gevormd.

Besef dat wij in Nederland geen enkele functionaris direct kunnen kiezen (zo zijn we één van de weinige landen in de wereld (!) waar een burgemeester niet direct door de bevolking wordt gekozen). Daarbij is het ook onduidelijk tot welke regeringscombinatie een verkiezingsuitslag leidt. Je zou dan ook een strategische stem bij de Tweede Kamerverkiezingen als een uiting van de kiezer kunnen zien om wel invloed te hebben op wie onze premier wordt en welke regering er wordt gevormd.

Als we wel direct een premier kunnen kiezen en apart de volksvertegenwoordigers dan zou er waarschijnlijk beduidend minder “strategisch” worden gestemd.

Anti-democratisch

Kortom: het diskwalificeren van een “strategische” stem klinkt misschien in de argumentatie als ethisch zuiver, maar is in de kern eigenlijk anti-democratisch. Als iemand via zijn stem op een andere partij dan zijn partij van grootste voorkeur stemt om zo een bepaalde premier of regering te krijgen, dan is dat het goede democratische recht van de kiezer. (En zeker als je je verzet tegen het strategisch stemmen omdat de uitslag van de verkiezing je niet bevalt: dat is pas anti-democratisch).

Een ander argument dat ik ook vaker hanteer is: Stel dat er geen peilingen zijn en er is een verkiezingsuitslag en een deel van de kiezers zegt “Ja maar als ik dat geweten had, dan zou ik anders gestemd hebben……” Is dat dan wat je wilt? En antwoord je dan: “Wacht maar, over vier jaar heb je weer een kans.”?

Last but not least. Als er geen peilingen zouden zijn in de laatste vier weken voorafgaand aan de verkiezingen, dan gebeuren er in de campagne, bij de debatten en in de media nog heel veel dingen die mensen op de één of andere manier beïnvloeden en waarbij ook nog forse kansen ontstaan dat mensen “strategisch”  gaan stemmen.

Hoe kon het Parool dit plaatsen?

Ik schrijf dit artikel nu, omdat ik net een opinieartikel in Het Parool las van een student sociologie die de media waarschuwt voor zetelpeilingen. De argumentatie was dezelfde zoals ik die al na die 15 voorgaande verkiezingen had gelezen. Op zichzelf niets nieuws, en ook niet om me druk over te maken.

Maar door het stuk heen was al te lezen hoe kwaad de schrijver was dat de kiezers – en met name de strategische kiezers – de PVV zo groot hadden gemaakt. In onverbloemde bewoordingen stond het in het laatste deel van het opiniestuk te lezen:

Nee. In een strategische stem zit namelijk al een compromis verborgen. Idealen, waarden en opvattingen verdwijnen naar de achtergrond. Zogenaamde ratio wint het van idealisme. Men stemt niet meer vanuit het hart, maar vanuit een overvol hoofd. Als het NSC van Pieter Omtzigt het ‘centrumrechtse’ zooitje niet in het gareel weet te houden, is een rechtse coalitie gedoemd om te mislukken. Eigen schuld, dikke rechts-extremistische bult.

Termen als “centrumrechtse zooitje”  en “eigen schuld, dikke rechts-extremistische bult” zouden niet langs de eindredactie van Het Parool horen gekomen te zijn. Hetzij door het artikel niet te plaatsen of door te vragen het laatste deel fatsoenlijker op te schrijven.

Grens van fatsoen

Maar dat valt me toch op in de “kwaliteits”media na de uitslag van 22 november. Ik lees daar uitingen en zie daar tekeningen, waarvan ik vind dat ze een grens van fatsoen overschrijden. Zeker bij diverse columnisten merk ik dat. Natuurlijk mag hun pen wat scherper zijn en moeten zij meer ruimte hebben, maar dat betekent nog niet dat alles dan ook automatisch toegestaan moet worden.

Ik kom daar stellingnames tegen of plaatjes, die tot veel ophef geleid zouden hebben (en dan terecht) als die aan de andere kant van het spectrum waren geplaatst met andere bevolkingsgroepen als lijdend voorwerp. En dat gebeurt dan ook vaak met een moraliserende ondertoon, waarbij men zichzelf hoger plaatst dan de ander.

Juist, omdat ik daarbij ook nog zelf af en toe de weg mee wordt uitgenomen en op één rij wordt gezet met de doelstellingen of gedachten van bepaalde groepen (voor 2000 werd ik “de rooie hond” genoemd en nu ben ik blijkbaar een PVV-supporter) wil ik het nog wel expliciet zeggen. Ik was en ben volledig onafhankelijk in mijn opvattingen en probeer me altijd zo goed mogelijk te baseren op feiten, data en goede studies. Vanwege mijn herkomst (mijn ouders hebben amper de lagere school af mogen maken gezien hun armoede) heb ik altijd een open oog gehad voor degenen die het minder makkelijk in de samenleving hadden. En ga ik vooraf uit van respect voor iedereen.

Groot onderhoud nodig

Ik maak me al heel lang zorgen over de kwaliteit van onze democratische instituten, die al sinds lange tijd groot onderhoud nodig hebben. Doordat dat nagelaten is, komen deze instituten in steeds grotere problemen en neemt de bestuurskracht en het vertrouwen van de bevolking in die instituten af.

Dat ik dat niet alleen via mijn beschouwingen, maar ook via mijn peilingen, zichtbaar maak, zou niet als een bedreiging voor ons democratisch stelsel beschouwd moeten worden, maar als een aanmoediging om een aantal zaken ingrijpend te veranderen. Want anders gaat het van kwaad tot erger met alle gevolgen van dien.

U heeft zojuist gelezen: De verkiezingswinst van de PVV is natuurlijk te wijten aan de peilingen!

Volg Maurice de Hond op X | Facebook | LinkedIn | YouTube.

Deze website opereert dankzij de financiële steun van de bezoekers en kent geen paywall of adverteerder. Klik hier als u een (kleine) donatie wilt geven. Onze dank is groot.

Deel dit artikel: Twitter Facebook Linkedin WhatsApp
REACTIES
Reageer hier, maar met respect.

We verwelkomen respectvolle en relevante opmerkingen. Off-topic commentaren worden verwijderd. Als je illegale dingen doet, zullen we het verbieden.