De verhulling in het Zaakdossier 17-1-2000 Naar aanleiding van de discussies over het Denver onderzoek heb ik het PV met het zaakdossier over de Deventer Moordzaak opgevraagd, dd. 17 januari 2000. Daarin staan een aantal interessante feiten ten aanzien van de discussie over het telefoongesprek en de informatie waarover de politie beschikte, maar ook nog …
Lees volledig artikel: De verhulling in het Zaakdossier 17-1-2000
De verhulling in het Zaakdossier 17-1-2000
Naar aanleiding van de discussies over het Denver onderzoek heb ik het PV met het zaakdossier over de Deventer Moordzaak opgevraagd, dd. 17 januari 2000. Daarin staan een aantal interessante feiten ten aanzien van de discussie over het telefoongesprek en de informatie waarover de politie beschikte, maar ook nog een aantal andere intrigerende punten.
In het kader van het stuk over de Denver had ik alleen het stukje tekst ingezien dat ging over de 11 minuten verschil. Maar gezien de aard van de discussie onder “Lachen of huilen” heb ik het hele PV opgevraagd. Het bestaat uit 14 pagina’s en is ingevuld door onderzoeksleider Van Veen en rechercheur Laarman. Beide staan ook met regelmaat in het Technisch Journaal, o.a. m.b.t. het tijdstip van de telefoongesprekken.
Telefoongesprek
Allereerst de letterlijk tekst m.b.t. het tijdstip van het telefoongesprek van Ernest Louwes.
De kop van het deel in de PV heet “Geheugen telefoontoestel”.
“In de woning op de studeerkamer op de 1e verdieping stond een telefoontoestel met nummerherkenning. Het geheugen hiervan is door het bureau technische ondersteuning van de regiopolitie IJsselland leeggehaald.
Als laatste nummer stond op 23 september 1999, om 20.36 uur, het nummer 06- 53709437 vermeld. Dit nummer bleek te staan op naam van de VVAA-groep te Utrecht.
Uit de datum en tijdstip zoals weergegeven in de display bleek dat het toestel datum en tijdstip niet goed weergaf. Het toestel liep namelijk 11 minuten achter en de datum was niet correct ingesteld. Na omrekening kwam men uit op de genoemde data en tijdstip. Het betreffende proces verbaal is als bijlage bijgevoegd”. (Dit is het Proces Verbaal van Commisaris Godlieb van 28-9-1999).
Bedenk hierbij dat zowel Van Veen als Laarman in september 1999 meerdere keren een inschrijving in het TJ hebben staan met het juiste tijdstip van het telefoongesprek. Iets waarvan ik stel dat dit een van de bewijzen is dat de teksten van het Tactisch Journaal zijn aangepast voordat het aan het Hof is aangeleverd.
Ten aanzien van de analyse van het telefoonverkeer zijn ook de volgende punten van belang, die in dit PV staan:
– Onder de kop “Informatie uit de printgegevens”.
“Van het vaste nummer van het slachtoffer zijn de printgegevens opgevraagd. deze informatie is verkregen op 29 september 1999. “Vervolgens komen er twee uitgaande nummers. Een van 9.27 uur naar een gofvriendin. En een om 17.20 naar de groenteman voor een bestelling die ze op vrijdag zou ophalen.
Vervolgens staat er: “Inkomende gesprekken. Deze informatie is verkregen op 8 oktober 1999. Deze nummer betreft alleen mobiele nummers. Andere nummers zijn niet geregistreerd.
Uit deze informatie bleek dat alleen het nummer dat in gebruik is bij Louwes op 23 september om 20.36 uur heeft gebeld. Uit deze gegevens is ook het verschil van 11 minuten gebleken, zoals hiervoor gerelateerd. “
– En ten aanzien van het tijdstip van overleden staat nog een melding over de afspraak met de schoonheidsspecialiste: “Het slachtoffer had op 24 september 1999 om 10 uur eenn afspraak met de schoonheidsspecialiste in Zutphen. Ook daar is ze niet verschenen. De schoonheidsspecialiste heeft op 24 en 25 september 1999 nog een aantal keren naar de woning van het slachtoffer gebeld, maar er werd niet opgenomen.”
In het licht van de uitspraak van de AG in Den Bosch dat Louwes de weduwe de ochtend van de moord niet had bezocht is de volgende zin uit dit PV wel interessant:
“Uit dit onderzoek is gebleken dat verdachte in de ochtend van 23 september het slachtoffer in haar huis waarschijnlijk heeft bezocht”.
Geurproeven
Tevens blijkt uit het overzicht de grote waarde die de politie hechtte aan de geurproeven. (Interessant is om te weten dat de rechtszaken over de fraude van de speurhondenbegeleiders uitgesteld is tot eind november. Dan ben ik nog eerder aan de beurt, omdat mijn zitting op 5 november is, waar ik erg naar uitzie. Over die fraude is een paar dagen een artikel verschenen waarbij gesteld werd dat de hondenbegeleiders zich ook niet hadden gehouden aan de opdracht om over de volgorde van de geurbuisjes te dobbelen en dan een keuze te maken uit 36 varianten.
Uit een analyse van meer dan 100 proeven was dat gebleken. Bepaalde combinaties kwamen veel meer voor dan andere, waarmee de kans groter was dat de honden de keuze zouden maken uit de geur van de verdachte).
Ten slotte is de volgende passage ook heel interessant in het licht van de kennis die we nu hebben:
Onder de kop “Daderonderzoek” wordt aangegeven dat op basis van het gedrag van de weduwe en het feit dat er geen braaksporen gevonden waren het onderzoek zich toegespitst heeft op de vrienden/familie en kennissenkring van de weduwe. Dan staat er letterlijk:
“In het onderzoek zijn alle personen gehoord die wel eens bij het slachtoffer in de woning zijn geweest en voor zover mogelijk hun alibi nagetrokken. Hieruit is gebleken dat alleen de verklaring van de heer Louwes met betrekking tot zijn alibi niet overeenkwam met de onderzoekgegevens.”
Jaja….
U heeft zojuist gelezen: De verhulling in het Zaakdossier 17-1-2000.
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.
Blijf onze site steunen met af en toe een kleine donatie. Klik hier.