Terwijl de cijfers steeds minder zeggen en het doemscenario van het RIVM op de vuilnisbelt ligt, komt het OMT met een advies dat op een eindexamenstunt lijkt. Steeds meer seinen staan op groen, nog even vlak voor het afscheid met het advies komen om medische mondkapjes buiten te dragen. Eerder vandaag dan morgen zou de lockdown opgeheven moeten worden. En het OMT de laan uit gestuurd.
Lees volledig artikel: Cijfers die niets zeggen, adviezen die niets waard zijn
De eindexamenstunt van het OMT
Niet alleen de cijfermatige modellen van het RIVM om de ontwikkelingen van de ziekenhuiscijfers te voorspellen blijken van nul en generlei waarde te zijn, ook de dagelijkse cijfers die we horen over positieve testen zijn nietszeggend. Gekoppeld aan adviezen van het OMT geven ze er bij het RIVM blijk van dat ze elk contact met de realiteit en met recente wetenschappelijke bevindingen kwijt zijn geraakt. Ziedaar de deplorabele staat waarin Nederland zich op dit moment bevindt.
En terwijl de opnames in de ziekenhuizen en op de IC’s nu nog maar 40% zijn van die rond 1 december, zijn we in een lockdown geforceerd met compleet ongeloofwaardige spookscenario’s. En in plaats van de belofte na te komen de lockdown tussentijds te beëindigen als de cijfers in Engeland/Denemarken daar aanleiding toe gaven, adviseert het OMT nu om ook bij drukte in de buitenlucht een goede kwaliteit mondmasker te gaan dragen.
Als je het advies van het OMT leest, dan geloof je eigenlijk niet wat er staat. Het lijkt op een wanhopige pokerspeler, die veel geld in heeft gezet, slechte kaarten krijgt en dan zijn inzet verdubbelt in de hoop dat met die bluf zijn tegenstanders het opgeven.
OMT ontbonden
Of dat men – na het flagrant verkeerde advies van half december van de lockdown – beseft dat het OMT snel ontbonden zal gaan worden en dat men als een soort ‘eindexamenstunt’ daar dacht: “Met welk belachelijk advies kunnen we nu nog komen?” En dan hopen dat Nederland er op de valreep nog in stinkt. “Laten we mondkapjes buiten gaan voorstellen!,” riep één van de leden, “Onze vriend Ab zal bij OP1 wel gaan uitleggen, hoe goed dat zal gaan werken”. En schaterend werd besloten om dit voorstel in het nieuwste advies op te nemen.
Als je gisteren de reacties las en hoorde, dan had je het gevoel dat de media er nog serieus op ingingen ook. En dat we vrijdag al blij mogen zijn als de regering alleen maar aankondigt dat de lockdown nog drie weken wordt verlengd.
Wat zeggen de data nu eigenlijk?
Waarom houden we ook weer de cijfers bij van de bemettingen/positieve testen? Dat was/is om tijdig een beeld te kunnen krijgen welke druk er komt op de ziekenhuizen en IC’s, omdat de geringe capaciteit de zwakkere schakel is in onze zorg. Alle maatregelen die genomen zijn, werden beargumenteerd omdat daarmee het grote risico van een te grote druk op de ziekenhuizen vermeden zou worden. Als het een beetje tegen zat, zou begin februari het aantal benodigde IC-bedden 4300 zijn, vertelde Van Dissel slechts drie weken geleden nog. Het werkelijke aantal op dit moment is rond de 400, 20% minder dan één week geleden.
Maar die dagelijkse cijfers van positieve testen zeggen eigenlijk niets meer. Noch de cijfers zelf, noch de voorspellende kracht van die cijfers voor de druk op de ziekenhuizen. Het zijn net zulke waardeloze cijfers als de cijfers van een lotnummer van de Staatsloterij, waar geen prijs op is gevallen. Door de computerstoringen van het RIVM wordt het dagpatroon doorkruist met veel te weinig meldingen op de ene dag en veel te veel op de andere dag.
Zo werden op 3 en 4 januari samen door het RIVM meer dan 12.000 positieve testen niet gemeld, cijfers die op 5 en 7 januari weer werden ingelopen. Bij de dagcijfers van het testen van de GGD is ook iets vreemds aan de hand, waar ik zo op inga. Plus dat de relatie tussen de cijfers van de positieve testen en de ziekenhuisopnames totaal anders is geworden. Zodat de betekenis van 25.000 positieve testen nu een heel andere is dan het een jaar geleden geweest zou zijn.
Het is alsof we vanaf 1 januari jl. de temperatuur in Fahrenheit melden in plaats van Celcius. Als dan de weerman zegt dat het morgen 25 graden wordt dan kun je geen strandspullen pakken, maar je schaatsen (want 25 graden Fahrenheit betekent dat het gaat vriezen).
Ik zal hier in twee hoofdstukken apart op in gaan en mede op basis daarvan laten zien dat de maatregelen een gênante overkill zijn geworden met grote nadelen.
1. De cijfers van de positieve testen
Wat we eigenlijk zouden willen weten, is hoeveel mensen in Nederland per dag worden geïnfecteerd en wat dat kort daarna zal betekenen voor het aantal ziekenhuisopnames en de druk op de IC’s. Maar dat echte getal zullen we nooit weten. Degenen die zich laten testen vormen geen representatieve steekproef van alle Nederlanders. Want als het aantal positieve testen 20.000 is, weten we niet of er daarnaast nog eens 20.000 of 100.000 Nederlanders zijn, die geïnfecteerd zijn geraakt en dat niet weten en/of zich niet laten testen. Dat speelt nu des te meer omdat Omikron minder ziekmakend is en dat vrijwel zeker een groter deel zich niet laat testen dan het geval was op het hoogtepunt van Delta.
Terwijl juist dat totale aantal geïnfecteerden per dag het cruciale cijfer is en niet het aantal dat positief getest wordt door de GGD’s.
Doordat de sneltesten in Nederland steeds belangrijker zijn geworden, worden de dagelijkse cijfers van de GGD’s nog meer vervuild dan al het geval was. Besef dat in de weekrapportage van het RIVM sinds ruim 3 maanden wordt aangegeven hoeveel mensen bij de GGD’s zijn gekomen, ter bevestiging van een positieve sneltest. Thuis was men positief getest en men ging naar de GGD om dat bevestigd (en een herstelbewijs) te krijgen. Van alle positieve testen was 6 weken geleden 30% afkomstig van die “bevestigers”. Inmiddels is dat meer dan 50%.
Gevolgen
Dat heeft grote gevolgen voor de cijfers. Want besef dat die mensen met een positieve sneltest rond de 85% van de gevallen ook een positieve test krijgen bij de GGD. Terwijl de anderen die door GGD getest worden drie maanden geleden rond de 5% en nu boven de 15% positief waren. Dat heeft grote gevolgen voor de samenstelling van de cijfers. Aan de hand van een eenvoudig voorbeeld is dat aan te geven.
- Er komen 10.000 met een positieve sneltest en 50.000 die geen sneltest gedaan heeft. De eerste groep levert 8.500 positieve testen op en de tweede groep -uitgaande van 15% positief- 7.500. Bij elkaar zijn er dus 60.000 mensen komen testen en 16.000 was positief, dat is 27%.
- Er komen 20.000 met een positieve sneltest en 40.000 mensen die geen sneltest gedaan hebben. De eerste groep levert 17.000 positieve testen op en de tweede groep -uitgaande van 15% positief – 6.000. Bij elkaar zijn er dus 60.000 mensen komen testen en 23.000 was positief, dat is 38%.
Maar wat zeggen die twee verschillende uitkomsten met evenveel geteste mensen (60.000) over het totaal aantal mensen dat in Nederland is geïnfecteerd? In feite niets. Want je weet niet hoeveel sneltesten er zijn uitgevoerd in Nederland, wat het percentage positief was en hoeveel mensen wel geïnfecteerd zijn geraakt zonder dat ze klachten hebben en zich dus niet laten testen. Juist omdat die aanvullende informatie er niet is, zeggen de cijfers over de positieve testen in feite niets meer. Deze grafiek laat het verloop van dit percentage zien in Nederland vergeleken met andere landen en zegt dus niets over de verschillen tussen de landen, maar ook niet over het verloop in de tijd.
Bevestiging
Eigenlijk zouden de mensen die een bevestiging willen van een sneltest gescheiden behandeld moeten worden van de rest. Want het patroon van de dagcijfers wordt ook door het a-typisch patroon van de bevestigers van de sneltesten bepaald. Op 3 en 4 januari was 40% van de getesten bij de GGD positief. Twee dagen later was het 30%.
Zegt dat iets over de ontwikkeling van het virus bij de bevolking? Nee, helemaal niets.
Het zegt alleen dat op 3 en 4 januari er verhoudingsgewijs meer mensen zich hebben laten testen ten behoeve van een bevestiging van een sneltest dan twee dagen later. Naar schatting twee derde deel van de positieve testen van 3 en 4 januari waren bevestigingen van sneltesten, terwijl dat twee dagen later nog maar 40% was.
Op het Coronadashboard staat ontwikkeling van de Covid-virusdeeltjes in het rioolwater in Nederland. Dat wordt frequent geupdate. Deze cijfers zijn al een tijdje min of meer stabiel, nadat er eind november een top was van 1300:
Hoe kan het dat deze cijfers stabiel zijn, terwijl het aantal positieve testen sterk oploopt. Is dit een betere indicatie over de gang van zaken dan de positieve testen? Of betekent dit niets? En als het niets betekent waarom staan deze cijfers dan op het Coronadashboard?
Twee belangrijke conclusies:
- De dagcijfers (of weekcijfers) zeggen niets over het totaal aantal mensen dat per dag in Nederland wel wordt geïnfecteerd. Ik sluit niet uit dat deze cijfers op dit moment in de orde van grootte van 300.000 is. Uitgaande van een infectieduur van 5 dagen zou dit betekenen dat tegelijkertijd 1,5 miljoen Nederlanders geïnfecteerd zijn (9%). Wat o.a. inhoudt dat al vrij snel de cijfers weer in rap tempo zullen gaan dalen, omdat er steeds minder mensen over zijn om geïnfecteerd te raken. Een patroon dat we in Londen al hebben zien gebeuren.
- De cijfers van dag tot dag zeggen niets over het tempo van verspreiding. Of het snel of langzaam stijgt of zelfs daalt. De GGD-cijfers lieten de laatste dagen een beperkte daling zien, mede doordat begin van de week blijkbaar zoveel extra mensen kwamen om een bevestiging van de sneltest te krijgen.
Dus waarom verzamelen en publiceren we die cijfers nog van de positieve testen?
Om iets te weten te komen over de aanstaande druk op de ziekenhuizen misschien? Want daar sturen we toch op aan!
Nou, daar is inmiddels ook overtuigend cijfermateriaal over dat die dagcijfers van positieve testen ons niets meer zeggen t.a.v. de aanstaande druk op de ziekenhuizen.
2. Relatie positief getest – ziekenhuisopnames ingrijpend veranderd
Van Dissel werkte lang met een presentatie driehoek waarin stond dat van alle geïnfecteerden tussen 1 en 1,5% in het ziekenhuis terecht kwam. Nu is dat cijfer al in 2021 wat afgenomen. Maar een probleem was daarbij wel dat de echte totalen van de geïnfecteerden in de bevolking niet bepaald konden worden. Dit stond in zijn laatste presentatie. Wel met een vraagteken erbij, omdat Omikron voor een verandering zou gaan zorgen:
Toen duidelijk werd dat via Omikron de kans op geïnfecteerd raken duidelijk toenam, was de angst groot dat dit tot een navenante stijging zou leiden van ziekenhuisopnames. Hoewel in Zuid-Afrika begin december al gemeld werd dat Omikron beduidend minder ernstig ziek maakte, wilde men het in Europa amper geloven.
Inmiddels zien we in de UK en Denemarken dezelfde patronen als in Zuid-Afrika, maar als je het OMT-advies leest, dan weigert men dat onder ogen te zien. En concludeert men dat de druk op de ziekenhuizen nog wel groot kan worden. Deels doordat het aandeel ziekenhuisopnames toch groter zou zijn dan de UK nu laat zien en deels door het spookbeeld dat iedereen tegelijk besmet zou raken en dat het dan in absolute getallen onhoudbaar zou worden.
Juist omdat het RIVM heeft aangegeven dat voor het eind van 2021 Omikron al dominant geworden was in Nederland, is al goed weer te geven hoezeer -ook in Nederland- de sterke stijging van positieve gevallen niet terug te zien is in een duidelijke stijging van ziekenhuisopnames.
Dat is in de volgende grafieken goed te zien.
Yorick Bleijenberg (@YorickB), die dagelijks de grafieken maakt op basis van de data van het RIVM maakte de volgende veelzeggende grafiek. Per leeftijdsklasse wordt in één grafiek de ontwikkeling van de positieve testen uitgebeeld en de dagelijkse opnames in ziekenhuizen.
Dit zijn de grafieken van de leeftijdsklassen onder de 50 jaar. De stippeltjes zijn de opnames per dag MET/DOOR Covid in het ziekenhuis. De lijnen, die u ziet, zijn het aantal positieve testen per dag. En die zijn zo in de grafieken geplaatst dat tot november de lijnen en de stippels zoveel mogelijk over elkaar heen vallen. (Dus ook zijn die twee reeksen enkele dagen in de tijd verschoven, omdat dit de tijd is tussen positief getest zijn en in het ziekenhuis terecht komen).
Links staat het aantal ziekenhuisopnames per dag voor die leeftijdsgroep.
Goed is te zien dat de abrupte stijging van het aantal positief getesten sinds begin januari vrijwel niet terug te vinden is in ziekenhuisopnames.
Hieronder de grafiek voor de vier leeftijdsklassen boven de 50 jaar.
Bij de leeftijdsgroep tussen de 50 en 59 jaar zien we dan hetzelfde patroon als bij de jongeren: een grote toename positieve testen, stabiele situatie bij de ziekenhuisopnames.
Bij de leeftijdsgroepen boven de 70 jaar zien we het aantal positieve testen niet oplopen en de ziekenhuisopnames ook niet.
In alle gevallen leidt het tot dusverre niet tot een stijging van het aantal ziekenhuisopnames. Louter een stabilistatie in de laatste paar dagen. Door het naijleffect van de hogere opnames 10 dagen geleden zal dat betekenen dat de ziekenhuisbezetting nog enkele dagen zal dalen, waarna een stabilisatie zal volgen. En daarna wellicht een vrij gematigde stijging van het aantal opnames als er meer ouderen geïnfecteerd zouden worden. Maar juist in die groep, waar het meest is geboosterd zal dat ook een rem betekenen op de eventuele stijging.
Geen forse stijgingen meer
Besef dat als er dagelijks in Nederland 100.000 mensen geïnfecteerd raken (en ik heb aangegeven dat het beduidend meer lijken te zijn) en er komen zoals nu 130 mensen gemiddeld per dag in het ziekenhuis, dan betreft dit dat er 0,13% in het ziekenhuis belandt in plaats van de 1 à 1,5% van Van Dissels presentaties tot en met december jl. En dat met het huidige cijfer van de IC-opnames is dat 0,02% in plaats van 0,25%. In beide gevallen een tiende van het eerdere patroon.
Op basis van zowel de cijfers uit Engeland en Denemarken als onze eigen cijfers weten we vrijwel zeker dat we geen forse stijgingen meer zullen krijgen van de ziekenhuisbezetting of van de IC’s. We zullen niet eens meer in de buurt komen van de top van 1 december 2021 (IC 675). De voorspellingen van IC-bezettingen van 4300, 2000 of 1500 hadden en hebben niets met de werkelijkheid te maken gehad en hadden ook toen al de toets der kritiek niet mogen doorstaan. Laat staan dat we daar een lockdown op zouden moeten hebben gebaseerd.
Waardeloze adviezen
Op diverse manieren hebben we op deze site al aangegeven hoe ongefundeerd de lockdown was die op 19 december was aangekondigd. Paniekvoetbal van de bovenste plank. Gebaseerd op scenario’s met de waarschijnlijkheid van vrijwel nul komma nul. Plus met het niet in beschouwing nemen van de nadelen voor de samenleving.
Eigenlijk is er geen excuus voor de regering van toen om die lockdown in te stellen. Maar als de regering vrijdag niet besluit om die lockdown per direct op te heffen, dan is dat eigenlijk een nog dommere beslissing dan die van Rutte-3 om de lockdown in te stellen. Want nu weten we al weer meer dan 18 december.
Dat het OMT komt met het advies van de mondkapjes buiten zou de finale doodsteek behoren te zijn van de geloofwaardigheid van dit team van experts. Als de regering die maatregel toch zou gaan nemen, dan kunnen we ons borst nat maken voor datgene wat we met deze nieuwe regering op dat terrein kunnen gaan verwachten.
Eén ding weet ik zeker: als ze die beslissing gaan nemen voor mondkapjes in de buitenruimte, dan zal er zoveel burgerlijke ongehoorzaamheid ontstaan dat het niet handhaafbaar is. Ik weet in ieder geval zeker dat ik zal weigeren in de buitenlucht een mondkapje op te doen. Als adviseurs van de regering en de regering zelf zo de weg kwijt zijn, dan is een grens overschreden waarop je je nog gedraagt conform de voorschriften.
U heeft zojuist gelezen: Cijfers die niets zeggen, adviezen die niets waard zijn.
Volg Maurice de Hond op Twitter en YouTube.
Blijf ons alstublieft steunen met zo nu en dan een vrijwillige, kleine bijdrage via onze donatiepagina. Uit het bovenstaande blijkt dat het het hard nodig is dat we ons laten horen!