Een column van Ronald Plasterk over een onderwerp dat een steeds groter probleem wordt. Het miskennen dat persoonlijke opvattingen een rol spelen bij de wetenschap en wetenschappers.
Lees volledig artikel: “Persoonlijke opvattingen spelen een rol in de wetenschap”
“Persoonlijke opvattingen spelen een rol in de wetenschap”
Mijn eigen ervaringen
Maurice de Hond: In 1965 ging ik Sociale Geografie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Tussen 1969 en 1974 werkte ik als kandidaat-assistent en wetenschappelijk medewerker. Toen, maar ook in de jaren erna, stelde ik vast dat persoonlijke opvattingen van de wetenschappers een belangrijke rol speelden bij het onderzoek dat zij deden en de conclusies die zij trokken.
Doordat echter sprake was van confrontaties tussen degenen met verschillende uitkomsten en conclusies en een open debat, kwamen alle partijen verder en vaak kwamen er na een tijd toch conclusies bovendrijven, waarvoor het meeste/beste bewijs was.
In de afgelopen jaren zie ik dat proces amper terug. Er wordt gedaan of vanuit de wetenschap slechts één mogelijke conclusie te trekken is en wordt een grondige wetenschappelijke discussie gemeden. Nog erger: worden degenen die met andere conclusies komen dan het dominante verhaal zwartgemaakt. Met kreten als “Follow the science” en “99% van de wetenschappers vindt….” wordt gedaan of er maar één conclusie mogelijk is, omdat voor die conclusie op dat moment onder autoriteiten de meeste steun is.
Ronald Plasterk schreef vandaag in De Telegraaf een column die over dat onderwerp gaat en waarmee ik het hartgrondig eens ben. Met zijn toestemming plaats ik zijn column ook op onze site:
Ronald Plasterk:
“Feiten en opinies moeten uit elkaar worden gehouden. Daarom wordt in maatschappelijke discussies een aparte plek ingeruimd voor gespecialiseerde hoogleraren voor de feiten. Het is goed om hier eens bij stil te staan. Binnen de beta-disciplines spelen opinies nauwelijks een rol, zijn feiten onbetwist. De wetten van de zwaartekracht zijn niet links of rechts. Bij het verbranden van biomassa komt CO2 vrij.
Dat is een wetenschappelijk feit. Dat de Europese Commissie en de Nederlandse regering met zichzelf afgesproken hebben om biomassa als duurzaam aan te merken en kernenergie niet, is absurd. Het is verdoezelen van de feiten, want per opgewekte warmte stoot biomassa meer CO2 uit dan fossiele brandstoffen. Maar dat kun je de hoogleraren scheikunde niet verwijten; de biochemische formule voor het verbranden van hout is onbetwist.
Echter, zodra het om maatschappelijke thema’s gaat spelen de complexiteit van het menselijk gedrag en de optelsom van gedragingen van mensen en organisaties mee, en is het onderscheid tussen feit en opinie veel minder helder.
Toen ik jonge student biologie was in Leiden, was een groot politiek twistpunt: als je de overheidsuitgaven verhoogt, gaat de werkeloosheid dan omhoog of omlaag? Ik dacht in mijn bèta-naïviteit: dat moet een overzichtelijke vraag zijn. Dus ik schreef me in voor de avondstudie economie bij de UvA, en terwijl ik overdag laboratoriumstages deed, ging ik ’s avonds met de trein naar Amsterdam. Ik heb daar veel geleerd, maar was destijds teleurgesteld in het antwoord op mijn vraag. Het bleek dat het ervan afhing of je de vraag stelde aan een linkse econoom of een rechtse econoom!
Partij kiezen
Al die economen waren oprecht en integer. Ik moet er eerlijk bij zeggen dat ik terugkijkend denk dat ik het destijds iets te simpel zag, want er was wel iets van consensus. Ook rechtse economen erkennen dat je tijdelijk kunt stimuleren door extra uitgaven, minister Zalm heeft om die reden de ’automatische stabilisatoren’ ingesteld voor de begroting. En ook linkse economen erkennen dat je in tijden van overvloed moet bezuinigen, je kunt niet oneindig overbesteden. Maar dat weerhield econoom Hans van den Doel er destijds niet van om in het maatschappelijk debat fel partij te kiezen.
Een effect waar je in deze context nooit over hoort, is wat statistici noemen selection bias. De mensen die functies bezetten zijn niet willekeurig gekozen. Wie maakt de loopbaankeuzes die leiden tot een bepaalde hoogleraarsfunctie? Mensen die geneeskunde studeren willen genezen; een hoogleraar oncologie zal kanker willen bestrijden. Geneeskunde is een vak dat wordt gedreven door een maatschappelijke behoefte, maar is toch primair een exacte wetenschap. Er zijn echter ook disciplines waar de naam en beschrijving van de leerstoel al aangeeft dat het vak gepolitiseerd is.
Zelfselectie
Je kunt hoogleraar zijn in de transitiekunde, het vak dat zich bezighoudt met de overgang van fossiele brandstoffen naar een CO2-neutrale samenleving. Je kunt hoogleraar zijn die zich bezighoudt met vluchtelingen. Laatst werd een nieuwe hoogleraar genderstudies aangesteld; ’gender’ is iets anders dan ’geslacht’, want dat laatste gaat over X- en Y-chromosomen (mijn vak).
Je wordt geen hoogleraar transitiekunde als je denkt dat het wel losloopt met die CO2, en als je hoogleraar genderstudies wordt zul je niet denken dat mensen maar moeten wennen aan hun lichaam. Je wordt geen professor in de stikstof als je dat niet heel belangrijk vindt, en wordt waarschijnlijk geen hoogleraar Europese studies als je de EU niet ziet zitten. Kortom: er zal altijd een zekere zelfselectie een rol spelen. Bovenop de zelfselectie komt nog groepsdruk, want je moet ook worden benoemd. Sommige hoogleraren zijn zelfs echte activisten (lang niet allemaal).
De stellingname kan onbewust gebeuren. Maurice de Hond onderzocht laatst de inschatting van mensen over de stijging van de zeespiegel: als je alle politieke partijen op een as zet van GL tot en met rechts, zie je dat naarmate je verder naar links kijkt mensen de huidige stijging van de zeespiegel hoger inschatten. Kennelijk is het psychologisch effect dat naarmate mensen zich meer zorgen maken over de toekomst van het klimaat, ze ook een verschillende perceptie hebben van de huidige feiten.
Gekleurd
Als de politiek zich wil laten adviseren stelt ze adviescommissies in, logischerwijze grotendeels bevolkt door mensen die daar hoogleraar in zijn. Omdat het complexe kwesties zijn spelen persoonlijke opvattingen een rol, en door de beschreven effecten van zelfselectie en groepsdenken krijgt de overheid dan vaak adviezen die gekleurd zijn.
Let wel, dat doet niet af aan de wetenschappelijke status en de oprechte bedoelingen van de mensen die vanuit hun leerstoel zulke adviezen geven, maar het zou wel een waarschuwing moeten zijn om niet blindelings ’de wetenschap’ te volgen bij zulke kwesties.”
U heeft zojuist gelezen: “Persoonlijke opvattingen spelen een rol in de wetenschap”.
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.
Deze website opereert dankzij de financiële steun van de bezoekers en kent geen paywall of adverteerder. Klik hier als u een (kleine) donatie wilt geven. Onze dank is groot.